Prikkelend vraagstuk!

Vaccineren?

SEIZOENER|Zomer 2018

Door: Petra Essink - Beeld: Woodhouse

In Nederland hebben we de vrijheid om onze kinderen wel of niet te laten vaccineren tegen (kinder)ziekten. Hoe komen we tot onze keuze? Hoe ernstig zijn kinderziekten eigenlijk? En wat betekent het als je besluit om niet in te enten? Kiezen tussen wel of niet vaccineren ervaren veel ouders als een beladen dilemma. Hoe meer je erover leest, hoe lastiger het lijkt te worden. Met open vizier naar je kind kijken én naar jezelf als opvoeder kan het begin zijn van een gedragen besluit

‘Kinderziekten helpen kinderen om het lichaam dat zij van hun ouders geërfd hebben, tot een ‘eigen’ lichaam, een eigen ‘thuis’ te maken.’

De boekenplank over vaccineren is weer twee bijzondere titels rijker: ‘Leven zonder vaccinaties’ en de brochure ‘Antroposofische zorg bij kinderziekten’ . Reden om dit vraagstuk waar iedere ouder mee te maken krijgt te bespreken met twee antroposofische artsen. Thomas Kelling en Madeleen Winkler beschouwen het als hun taak om ouders te voorzien van gedegen informatie. Ook twee ouders komen aan het woord: de een besloot helemaal niet in te enten, de andere stelde het vaccineren enkele maanden uit. Over één ding zijn de geïnterviewden het eens: goede of slechte keuzes bestaan niet in dit ingewikkelde vraagstuk. Alleen passende.

Prikkelend dilemma
Het onderwerp vaccineren genuanceerd belichten, gebeurt te weinig. Vorige zomer deinden we in Nederland nog mee op de ‘prikkelende nieuwswaarde’ van berichten over duizenden mensen die in Italië de straat op gingen tegen de nieuwe Italiaanse wetgeving die ouders verplicht tot het laten inenten van hun kinderen. In diezelfde zomer deed het Europese Hof de historische uitspraak dat een vaccin verantwoordelijk kan zijn voor een ziekte of gezondheidsschade, ook als daar geen wetenschappelijk bewijs voor is. Ook in Nederland wordt vaak de indruk gewekt dat er slechts twee standpunten bestaan. Enerzijds de mensen, de medische wereld en de overheid incluis, die niet vaccineren gevaarlijk en onverantwoordelijk vinden. Anderzijds een kleine minderheid van gelovigen uit de ’Bible Belt’, die samen met sympathisanten van de Neder­landse Vereniging Kritisch Prikken ernstige vraagtekens zet bij het Rijksvaccinatieprogramma. Maar bestaat die tweedeling ook echt? Móet je kiezen tussen vóór of tegen vaccineren? Of is er misschien ook een middenweg, waarop je als ouder zorgvuldig en bewust je eigen afwegingen mag maken? Thomas Kelling, antroposofisch arts, denkt van wel. ‘Omdat ik van het individuele kind uitga, denk ik dat de antroposofische geneeskunde, die altijd individueel kijkt, bij uitstek geschikt is om een middenpositie in te nemen in het vaccinatievraagstuk. De materie is niet eenvoudig en de zaak heeft vele kanten – daarom geef ik veel informatie. Kinderen die op een of andere wijze een verzwakte constitutie hebben, bijvoorbeeld omdat ze epileptisch zijn of een aangeboren hartafwijking hebben, zal ik altijd aanraden het normale vaccinatieprogramma te volgen. Voor deze kinderen kan de hoge koorts die bij mazelen hoort teveel zijn.’

Waarom bestaan kinderziekten?
Antroposofisch arts Madeleen Winkler vindt het ook belangrijk ouders goed te informeren over de ziekten, de complicaties en mogelijke bijwerkingen. Ook vertelt zij over de betekenis die kinderziekten in een leven kunnen hebben. Winkler: ‘De vraag naar het waaróm van kinderziekten wordt meestal niet gesteld. In de antroposofische kijk op ziekte en gezondheid gaan we ervan uit dat het doormaken van de klassieke kinderziekten zoals waterpokken, bof, rode hond en – mits goed begeleid – mazelen en kinkhoest een kind ondersteunen in zijn ontwikkeling. Kinderziekten helpen kinderen om het lichaam dat zij van hun ouders geërfd hebben, tot een ‘eigen’ lichaam, een eigen ‘thuis’ te maken. Met iedere kinderziekte die een kind doormaakt, maakt het kind een deel van het lichaam meer tot het zijne. Dat heeft als resultaat dat je na een kinderziekte niet alleen kunt merken dat een kind lichamelijk weerbaarder is geworden doordat het antistoffen heeft tegen de betreffende ziekte, maar ook dat het een stuk verder is in z’n ontwikkeling. Sommige kinderen gaan bijvoorbeeld beter praten of lopen. Overigens vind ik het belangrijk om onderscheid te maken tussen de vaccinaties tegen de klassieke kinderziekten – en die tegen andere ziekten, zoals hersenvliesontsteking, tetanus en polio. Die laatste drie komen weliswaar niet veel voor, maar zijn wel heel ernstig. Geen ouder wenst zijn kind zulke ziektes toe.’

Keuzes dragen
Winkler voegt toe dat het belangrijk is dat ouders tot een afgewogen besluit komen en zich ook afvragen of ze het kunnen dragen wanneer hun niet-gevaccineerde kind ernstig ziek wordt. ‘De maatschappelijke druk om te vaccineren is groot. Je wordt al snel vreemd aangekeken wanneer je besluit om niet te vaccineren. Bij het consultatiebureau, waar de inentingen plaatsvinden, kun je om dezelfde reden onbegrip ervaren. Als je denkt dat je dat niet kunt dragen is het misschien toch zinvol om te vaccineren.’ Sommige ouders kiezen voor het later opstarten van het Rijksvaccinatieprogramma. Kelling vindt dat hier veel voor te zeggen is: ‘Het immuunsysteem krijgt dan in dat eerste jaar of in die eerste jaren de kans zich op eigen kracht en op zijn eigen en unieke wijze te ontvouwen. Zo’n prik met verzwakte ziektekiemen is, zacht gezegd, een stevige prikkel voor een kind. Het lichaam wordt op een dwingende en ingrijpende, maar in zekere zin ook effectieve manier aangezet om iets te ontwikkelen. Dat kost energie. Als je later begint met inenten kan het kind een meer persoonlijke weerstand opbouwen. Daarnaast kan het kind de beschikbare energie in de eerste levensjaren ongestoord gebruiken voor alle andere belangrijke dingen die geleerd moeten worden om een lichaam te ontwikkelen waarin het zich maximaal thuis voelt. Zoals omrollen, kruipen, lopen en spreken.’

‘Je kunt je afvragen wat gezondheid is: is dat niet ziek worden of is dat het goed doormaken van een ziekte?’

Vertraagd prikken
Marieke Snippert (32), moeder van Lisette (19 maanden oud), besloot met haar man, na lang heen en weer te zijn geslingerd, uiteindelijk om wel in te enten – maar later. Marieke: ‘Ik heb voorheen nooit bij de mogelijkheid stilgestaan om het niet te doen. Toen ik me ging verdiepen in het vaccineren ging er een wereld aan informatie – en meningen – voor mij open en merkte ik dat ik aan twee zijden geconfronteerd werd met angst. Op de site van het RIVM staat, vind ik, veel angstaanjagende informatie over de mogelijke gevolgen van kinderziekten. Toen ik verder ging zoeken vond ik minstens evenveel informatie over vaccinatieschade, tot aan het sterven van kinderen aan toe. In eerste instantie voelde ik: “Ik wil die stoffen niet in mijn gezonde kind laten spuiten.” Ik vond het prettig dat de verpleegkundige van het reguliere consultatiebureau ons alle ruimte gaf om een juiste keuze te maken die bij ons en ons kind past. Van vriendinnen hoor ik dat dit soms heel anders kan zijn. Dat verpleegkundigen het afkeuren als je overweegt niet in te enten. Uiteindelijk bleef ik, zo voelde ik het, lang weifelen tussen deze angstkampen. Ik vond verschillende soorten informatiebronnen, het RIVM én de diverse websites en facebookpagina’s van groepen mensen die niet inenten, gekleurd en vaak niet goed gefundeerd. Je moet goed zoeken naar betrouwbare en niet oordelende informatie. Eén ding werd ons wel duidelijk: we wilden Lisette niet direct na haar geboorte blootstellen aan de vaccinatiestoffen. Daarom besloten we uiteindelijk om wel in te enten, maar vier maanden later dan geadviseerd wordt door het RIVM. De reden die de doorslag gaf, is dat ik de verantwoordelijkheid voor eventuele complicaties wanneer ze op latere leeftijd kinderenziekten als rodehond of mazelen zou krijgen, niet zou kunnen dragen. Tevens hield het mij alle dagen bezig en dat was ook niet goed. Daarnaast hebben we ervoor gezorgd dat ze nooit meer dan 1 injectie (cocktail) per keer kreeg en niet twee die normaliter op dezelfde dag geprikt worden. Zo ontstond tussen iedere vaccinatie minimaal 1 maand adempauze. Ik ben opgelucht dat Lisette tot nu toe geen zichtbare last heeft gekregen van de inentingen. Ik kan voor zowel het niet vaccineren als voor wel vaccineren goede voor- en nadelen bedenken, maar onze huidige keuze voelt voor ons op dit moment als de beste middenweg.’

Het leven is zoals het is
Roos Tibben en haar man Arte besloten om helemaal niet te vaccineren. Roos: ‘Je kunt je afvragen wat gezondheid is: is dat niet ziek worden of is dat het goed doormaken van een ziekte? Vaak ben je sterker als je een ziekte goed door­gemaakt hebt. Bovendien geloof ik dat ieders leven een bepaalde zin heeft. Met de daarbij behorende ongemakken. Mijn eerste gevoel was dat ik mijn kinderen niet in wilde laten enten. Ik vond het aan de andere kant wel erg simpel gedacht om het leven te laten zijn zoals het is. Ik wilde mijn keuze kunnen onderbouwen. Naar andere mensen toe, maar ook naar mezelf voor als ons kind ziek zou worden. Daarom heb ik een boek gelezen van de Duitse kinderarts Martin Hirte (‘Impfen pro & contra’). Daarin staan veel onderzoeken beschreven die de voor- en nadelen aantonen van inenten. Het maakt mij wantrouwig dat op de site van het RIVM vooral de voordelen genoemd worden. Ook het feit dat de farmaceutische industrie veel geld verdient met inentingen en dat er een enorme lobby achter zit, waarin wordt ingespeeld op de angst van mensen, vind ik kwalijk. Veel mensen weten niet dat een deel van de vaccinaties een schijnzekerheid geven, omdat ze na 10 jaar al zijn uitgewerkt. Voor mij is het belangrijk dat mijn man er net zo in staat als ik. Als ons kind ziek zou worden en hij zou zeggen dat het mijn schuld is, zou ik dat niet kunnen dragen. De klassieke kinderziekten bof, mazelen, rodehond en waterpokken zou ik graag voor mijn kind willen opzoeken. Ik zou het liefst hebben dat onze kinderen die ziekten gehad hebben voordat ze in de puberteit komen. Hopelijk vind ik een arts die ons daarbij kan begeleiden.’

‘Het onderwerp vaccineren genuanceerd belichten, dat gebeurt te weinig’

Moeilijk verteerbaar
Volgens Thomas Kelling staan de inentingen die kinderen tegenwoordig al op jonge leeftijd krijgen niet op zichzelf. ‘Ze horen bij de overprikkelende en bewegingloze cultuur waarin kinderen opgroeien. Helemaal onttrekken aan het rumoer van deze wereld kun je kinderen niet. De vroege vaccinaties kun je misschien vergelijken met het te vroeg geven van het fruithapje, dat niet onoverkomelijk is, maar wel moeilijker te verteren. Als antroposofisch arts ga ik ervan uit dat de aarde en de mensheid die daarop woont zich wil ontwikkelen, sterker wil worden. Om dat te bereiken leiden meerdere wegen naar Rome. Naast het doormaken van ziekten zijn er altijd mogelijkheden om bijvoorbeeld op het pedagogische vlak zaken recht te breien. Ik denk dan vooral aan het bewegingsonderwijs. Bijvoorbeeld door het oefenen van de motoriek en de coör­dinatie – zeg maar gewoon gezond, leeftijdsadequaat spel. Misschien komen er, omdat we nog maar zo weinig in aan­raking komen met koortsende ziekten, zelfs zwaardere uit­dagingen op ons pad. We kampen nu, veel meer dan in de tijd vóór de vaccinaties, met omgevingsgerelateerde ziekten zoals allergieën, astma en verstopping. Wij zijn onze cultuur sterk aan het veranderen. De bijbehorende ziekten, en wie weet volledig andere uitdagingen op diverse levensgebieden, zullen zich vanzelf laten zien.’ Dat ziekten nooit zomaar vanzelf op je pad komen is voor Thomas Kelling een uitgangspunt: ‘Fysieke en andere ‘ongemakken’ komen langs om iets van te leren. Anders gezegd: elke ziekte heeft iets karmisch. Dat is de diepere reden dat je met het doormaken van koorts steviger en vaster in jezelf en dus op aarde komt te staan. Deze gedachte, dat ziekten wortels kunnen hebben in een vorig leven, maakt het dilemma van wel of niet vaccineren niet eenvoudiger, maar kan het wel in een ander licht zetten.’

Het interview met Thomas Kelling verscheen eerder in ‘Stroom’ (nov. 2013). Kellling werkt als antroposofisch huisarts in Amsterdam. Lees hier het artikel: www.antroposana.nl/stroom-2013-3-over-mazelen-en-andere-uitdagingen-77

Madeleen Winkler is antroposofisch huisarts in Gouda en voorzitter van de Nederlandse Vereniging Antroposofisch Artsen.

 

Vaccinatieprogramma In het Rijksvaccinatie­program­ma (RVP), het inentingsplan van de overheid waarin kinderen tussen de 2 maanden en 12 jaar oud 14 inentingen ontvangen tegen ziekten, is vastgelegd wanneer een kind welke vaccinatie aangeboden krijgt. Dat zijn: difterie, tetanus, polio en hepatitis B. Ook HiB (haemophilus Influenzae type B), pneumokokken en meningokokken C. Daarnaast worden kinderen gevaccineerd tegen de klassieke kinderziekten zoals bof, mazelen, rodehond en kinkhoest. De vaccinaties tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio, HiB en Hepatitis B zijn gemengd in een ‘cocktail’ (DKTP/HiB/HepB), die een aantal malen herhaald wordt. Dit geldt ook voor de vaccinatie tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Sinds 2009 wordt meisjes in hun twaalfde levensjaar een vaccinatie aangeboden met het humaan papillomavirus tegen baarmoederhalskanker (HPV).

‘Leven zonder vaccinaties’
is het nieuwste boek van homeopaat Tineke Schaper en antroposofisch arts Noor Prent – en de aanleiding voor dit artikel. Eerder schreven ze ‘Vaccinaties doorgeprikt’ en ‘Vaccinaties, kan het ook anders?’ Deze keer verdiepen de auteurs zich in de vraag: hoe ga je om met kinderen die niet zijn ingeënt? Het boek is praktisch van toon en opent met ervaringen van ouders die ervoor kozen om hun kinderen niet in te enten. Ook wordt uitgelegd wat het zelfgenezend vermogen is: ‘Een vermogen dat zich door middel van kinderziekten kan oefenen in zijn levenslange taak: binnenlaten wat bij je hoort en buitensluiten wat niet bij je hoort.’ De auteurs geven tips hoe je dit vermogen van je kind kunt versterken per ziekte, ook bij de klassieke kinderziekten bof, mazelen, rode hond en kinkhoest. Ook staan zij stil bij de vraag hoe je je zieke kind zo goed mogelijk kunt verzorgen en begeleiden. Leven zonder vaccinaties, Noor Prent & Tineke Schaper | Ankh Hermes

Meer lezen?
• Antroposofische zorg bij kinderziekten | Gezichtspunten #58 | Centrum Sociale Gezondheidszorg (2018)
• Inenten. Waarom wel? Waarom niet? | Gezichtspunten #42 | Centrum Sociale Gezondheidszorg (2018)
• Kinderziektes – Michaela Glöckler & Wolfgang Goebel | Christofoor (verschijnt oktober 2018)
• Groeiwijzer van nul tot één jaar – Pauline Bom & Machteld Huber | Christofoor (2008)
• De eerste zeven jaar – Edmond Schoorel | Christofoor (2014)
• Kindersprechstunde: ein medizinisch-pädagogischer Ratgeber – Wolfgang Goebel en Michaela Glöckler | Urachhaus (2015, de Nederlandse versie Kinderspreekuur van Christofoor is alleen nog 2e hands verkrijgbaar. Ook vertaald in het Engels)
• Ontwikkelingsfasen van het kind – Bernard Lievegoed | Christofoor (2003)

Online:
rivm.nl
• Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken, nvkp.nl
• of google: vaccine damage prevention

Terug naar Tijdschrift