‘Laten we de wereld van binnenuit transformeren!’

RAU, radicale bouwmeester

SEIZOENER|Herfst 2017

Door: Manon berendse - Beeld: Juliette Polak en Fleur koning

Architect Thomas Rau kijkt naar de wereld als een blauwe ronde tafel, die voor ons gedekt is. Wij zitten aan als gast – niet als gastheer. Het leven op planeet aarde speelt zich immers af binnen een gesloten systeem. Grondstoffen kunnen zich niet vermeerderen, maar materialen kunnen wel veel slimmer gebruikt worden. De ‘meest radicale bouwmeester’ van Nederland, gelauwerd om zijn vernieuwende ideeën, vertelt over verantwoordelijkheid nemen, bewustzijn aanwakkeren en zijn ervaringen met de antroposofie. Die past hij eigenzinnig toe, volgens het beste advies dat hij ooit kreeg: ‘Als je op zoek bent naar wat er nog niet is, moet je het zelf creëren.

Thomas Rau is een realistisch optimist, met het hart op de tong. Een man met een twinkeling in zijn ogen en bergen energie. Hij lijkt nooit moe te worden om mensen een visioen te schetsen van dingen die er nog nét niet zijn, maar die we wel zouden moeten willen. Zijn daverende ideeën worden ieder jaar hoger gewaardeerd in de Duurzame Top 100. Hij ontwierp het eerste circulaire gebouw van Europa dat zijn eigen energie opwekt en werkt nu aan het nieuwe hoofdkantoor van de Triodosbank. Rau werd genomineerd voor de Circular Leadership Award tijdens het World Economic Forum. In VPRO Tegenlicht ontvouwde hij zijn visie op de nieuwe economie en het omgaan met materialen in de meest favoriete uitzending van het seizoen. Waardering is er van vakgenoten, én het grote publiek.

Brandende vragen
Waar begon zijn eigen verhaal? ‘In Gummersbach, een stad in Noordrijn-Westfalen, als jongste zoon van drie, vertelt Rau. ‘Mijn vader reisde als ingenieur de hele wereld rond, voor het neerzetten van enorme energiecentrales. Mijn moeder was kleuterjuf. Niet op een vrijeschool – de antroposofie ontdekte ik pas later. Ik groeide op in een typisch protestants gezin. We gingen iedere zondag naar de kerk. Grote levensvragen had ik. Op mijn tiende explodeerde een jerrycan vol benzine, toen ik de barbecue een handje wilde helpen. Ik verbrandde tot mijn middel. Dat deed me beseffen hoe tijdelijk en kwetsbaar mijn zijn was. Terwijl ik herstelde en jaren niet in de zon kon, verdiepte ik me ondermeer in het katholicisme, de vrijzinnige gemeente, baptisme en ashrams. Ik zocht naar een andere dimensie van zijn. Ervan overtuigd dat dat bestond, was ik op mijn achttiende klaar met de naïeve manier waarop de echte levensvragen vaak benaderd worden. Ik bedankte voor de kerk.’ Lachend: ‘Ze konden niet leveren.’

‘Ik wil ontwikkelingen vanuit mijn eigen kern brandende houden’ 

Steengeworden businessmodellen
Vanuit een ingeving besloot Thomas Rau architectuur te gaan studeren in Aken. Hij had eigenlijk weinig met de kunsten, maar voorvoelde wel dat deze studie hem zou dwingen om zijn zoektocht serieus te blijven nemen. ‘Geen enkele andere discipline grijpt zo diep in, in de transformatie van de wereld. Een gebouw is er voor de mens, anders hoef je het niet te bouwen. Maar in Aken leerde ik niks over mens-zijn. Het ging alleen maar over materie en steengeworden businessmodellen. Tot ik een artikel las over de antroposofie in ‘Der Spiegel’. Wat was dat nou weer? Er stond iets in over de Alanus Hochschule in Bonn, een academie voor kunsten en sociale wetenschappen. Een private school geïnspireerd op de antroposofie, met plaats voor 200 studenten. Diezelfde dag nog ben ik naar Bonn gereden om me in te schrijven.’

Eigen instrument
‘Of ik daar vond wat ik zocht? Ik kwam terecht in het andere uiterste van het spectrum: alles was er spiritueel georiënteerd. Terwijl ik spiritualiteit en materie juist wilde verbinden. Dat is, denk ik, wat ons te doen staat in deze tijd. Ik stond op het punt om me na een jaar weer uit te schrijven, maar de directeur van de Alanus Hochschule wilde me niet laten gaan. Hij zei: ‘Jij bent altijd op zoek naar wat er nog niet is. Dan moet je het zelf creëren. Waarom stel je niet je eigen curriculum samen?’ Dat was natuurlijk een fantastisch aanbod. Ik kreeg de kans om mijn eigen ‘instrument’ te bouwen en mezelf af te vragen: wat of wie is de mens? Uiteindelijk heb ik een parallelprogramma architectuur gevolgd in Aken én Bonn. Mijn ontwerpen liet ik steeds door beide opleidingen beoordelen.’

‘Ik wil spiritualiteit en materie verbinden’

Spirituele wezens
‘Wat me enorm heeft geholpen bij het verkennen van die grote vraag naar de mens, is euritmie. Ik heb intensief euritmie beoefend, omdat ik mijn eigen lichaam wilde leren kennen, beleven en bespelen. Mijn behuizing, mijn architectuur, mijn instrument. Hoe beweegt een mens? Hoe voelen botten, spieren en ledematen aan, als ze zich verplaatsen door een ruimte? Ik kreeg een heel ander besef van ogenschijnlijk simpele begrippen als voor, achter, links, rechts, boven en beneden. Wat een openbaring! En een sleutel tot architectuur zoals ik die voor me zag: de ruimte als instrument, waarin mensen zich biografisch verder kunnen ontwikkelen. De impact van architectuur op ons leven is enorm, maar daarin zijn we nog onvoldoende wakker. Architecten, aannemers en projectontwikkelaars zijn niet bezig met het welzijn van mensen, maar met klanten die betalen. Gevolg van dit verdienmodel: we worden belemmerd in het ontwikkelen van onszelf. Laten we de wereld transformeren van binnenuit, vanuit wie wij zijn. Vaak hoor je mensen zeggen dat ze zich spiritueel aan het ontwikkelen zijn. Ik denk dat het andersom is: we zijn spirituele wezens op een menselijke reis. Wat voor effect heeft dat idee op je levensloop? Hoe ontwikkelen wij mens zijn, mens worden? Euritmie leerde me touwens nog iets. In die tijd droeg ik een losse beugel. Tijdens de euritmiesessies kreeg ik enorme pijn in mijn kaken. Op aanraden van mijn tandarts liet ik de beugel de volgende sessie uit. Wat denk je? Hij paste niet meer na afloop. Dat heeft enorme indruk op me gemaakt. Door te bewegen kun je invloed hebben op je eigen fysieke gesteldheid, zelfs op zoiets hards als tandbeen. Wauw.’

Weerstand en glans
Wat heeft de tijd op Alanus hem gebracht? ‘Ik zeg weleens: ik zou niemand aanraden om daar te gaan studeren. Toch zou ik het zo weer doen. Ze zijn daar zó ver van de wereld, maar daardoor ontstaat wel een klimaat van ontvankelijk zijn voor verandering. Mensen willen nooit veranderen, omdat dat oncomfortabel is. Maar het is wel cruciaal – zonder weerstand geen glans. Het was een fundamentele fase. Dat kon ik al invoelen toen ik er nog studeerde. Sommige studenten werden ziek, anderen vertrokken. Ik werd me bewust dat ik ontwikkelingen niet langer buiten mezelf moest zoeken, maar vanuit mijn eigen kern brandende moest zien te houden. Ouder worden we vanzelf – maar om mentaal rijp te worden, daar zul je keer op keer moeite voor moeten doen.’

‘Ons economische systeem zorgt niet voor ons, maar voor zichzelf’

Zorgen voor jezelf
Koos Rau voor het vrijeschoolonderwijs voor zijn kinderen? Glimlachend: ‘Die vraag moet ik beantwoorden met ja en nee. Ik ben nog steeds jaloers op mijn vrouw Sabine. Zij ging naar een Waldorfschool – wat had ik dat óók graag gedaan. Maar we hebben geleerd dat de vrijeschool geen blanco cheque is voor de ontwikkeling van ieder kind. Kinderen zes jaar begeleiden is bijzonder, maar als je die vaardigheid niet hebt als leerkracht, heeft het kind een probleem. Al mag je best wat verwachten van een vrijeschool, de verantwoordelijkheid voor het welzijn van het kind ligt uiteindelijk bij de ouders. Ik moest terugkomen op het idee dat een vrijeschool plaats biedt aan de talenten van ieder kind. Dus gaat onze oudste naar een internationale middelbare school, onze middelste naar de dorpsschool en onze jongste naar de vrijeschool. Het is complexe materie die ik vanuit de coulissen heb mogen onderzoeken en volgen, als toezichthouder van de Begeleidingsdienst van Vrijescholen. Als ik zie hoe hard mensen moeten werken in het onderwijs naast wat ze verdienen, druist dat in tegen wat we allemaal vinden.’

‘Ouder word je vanzelf – maar mentaal rijp worden, daar moet je moeite voor doen’

Ongebruikte sleutelbos
Hoe ziet Rau de toekomst? ‘We staan aan de vooravond van een transformatie, ook binnen het onderwijs. De antroposofie had een hele sleutelbos in handen, maar heeft de verbinding met de realiteit niet kunnen leggen. Ook veel vrijescholen hebben helaas de boot gemist. Ik bedoel: weten alle leerkrachten nog wat de antroposofie hen te bieden heeft? En hoe kan het dat vrijscholen euritmie schrappen uit hun curriculum als sluitpost is op hun begroting? Dat is pure zelfontkenning. Euritmie is het meest belangrijke, maar onderbelichte vak van het vrijeschoolonderwijs. Wat is er mooier dan zingen met je lichaam? Als ik je vraag wat jouw meest kostbare ‘bezit’ is, dan zeg je: mijn kinderen. En onze kinderen brengen we naar scholen die vaak fantasieloos zijn gebouwd, een ongezond binnenklimaat hebben en waar veel leerkrachten werken tot ver over hun grenzen. Het is een voorbeeld van vasthouden aan het oude systeem. Dat systeem kan ik niet serieus nemen. Het zorgt niet voor ons, maar alleen voor zichzelf. Laten we het anders doen: en consequent uitgaan van de dingen die waardevol zijn.’

Meer info: rau.eu/thomas-rau/

Terug naar Tijdschrift